Nachtmerrie terug nu moordenaar van zoon vrij is

Martin Roos bij het gedenkmuurtje dat is gebouwd van de klinkers waarop Daan en Alan lagen toen ze werden gevonden.

De moordenaar van Alan Roos en Daan de Blok, die in 2000 in Loosduinen ogenschijnlijk zonder enige reden werden neergeschoten, is vrij. Kobus R. mag weer gaan en staan waar hij wil, maar vader Martin Roos weet zich geen raad.

Wie is die vreemde vogel die uit de auto stapt. Kan ik naar de bakker gaan, of loop ik hem dan tegen het lijf?

Den Haag Martin Roos ‘In één klap is alles weer ingestort,’ zegt Martin Roos. ‘Je weet dat het moment komt dat hij vrij komt, maar op de een of andere manier rekende ik er toch niet op.’

Voor de zoveelste keer leest hij het uiterst summiere briefje voor, dat vorige week bij de post zat. ‘De straf van de veroordeelde eindigt op 29 januari 2014. Hiermee wordt de informatieverstrekking over het detentieverloop vanuit het IDV (informatiepunt detentieverloop, red.) beëindigd’. De brief heeft nog een aanhef en is ondertekend, maar meer staat er niet in. ‘Of het niets is dat die man zomaar weer vrij rondloopt!’ (zie brief)

Nachtmerrie

Op slag is Roos teruggeworpen in de nachtmerrie die hij beleefde in het jaar 2000. Na een avondje stappen gaan zijn zoon, de 31-jarige Alan, en de 22-jarige Daan de Blok mee in de auto van vader en zoon Kobus en Tommix R., allebei woonachtig in het woonwagenkamp aan de Escamplaan.

Als ze net onderweg zijn, verklaart Tommix later, richt zijn vader volkomen onverwachts een wapen op het hoofd van Daan. De 22-jarige Hagenaar lacht erom, denkt dat het een geintje is.

Invloed

Het is het laatste wat hij doet. Onder invloed van drank en xtc schiet de inmiddels 64-jarige Kobus de jongen zonder pardon neer. ‘En jij ook maar gelijk effetjes,’ zou hij luttele seconden later tegen Alan zeggen, waarop het tweede schot klinkt.

Tommix zegt dat hij uit angst voor zijn vader niet durft te protesteren en gedwee meehelpt de lichamen neer te leggen in de Ouverturestraat. Het duurt nog een hele dag, het is Moederdag, tot Martin en zijn vrouw Irene horen dat hun zoon dood is.

Kobus ontkent, maar het Gerechtshof veroordeelt hem tot 20 jaar cel. Met aftrek van eenderde van de straf, betekent het dat hij na veertien jaar weer vrij komt. Met dat gegeven in gedachten, raakt Roos verteerd door woede. De opgelegde straf is in zijn ogen veel te laag. ‘Als hij vrijkomt is ‘ie voor mij’, zegt hij meerdere keren.

Pas na oprichting van de stichting Aandacht doet Spreken, waarin hij namens nabestaanden van moordslachtoffers opkomt voor hun rechten, kan hij zijn wraakgevoelens opzij zetten.

Een van de dingen die mede door de stichting worden geregeld, is een mogelijk gebiedsverbod voor veroordeelden. Nooit meer zouden de moordenaars in de buurt van hun slachtoffers mogen komen.

Verbod

Ook Roos vroeg zo’n verbod aan, maar tot zijn verbazing gold dat alleen tijdens de proefverloven van de kamper. ‘Ik kende al de verhalen van andere nabestaanden. Sommigen zijn verhuisd, omdat ze doodsbang waren om de dader tegen te komen. Nu weet ik het ook uit eigen ervaring. Ik kijk voortdurend om mij heen. Wie is die vreemde vogel die uit de auto stapt. Kan ik naar de bakker gaan, of loop ik hem dan tegen het lijf?’

Bij een overleg op het ministerie van Veiligheid en Justitie kaartte hij gisteren de kwestie rond het gebiedsverbod aan. Ook bij het Openbaar Ministerie trok hij aan de bel. ‘Ik heb leren leven met het gemis van mijn zoon en wil niet meer zo ver terugvallen. Ik wil gewoon nooit meer iets over Kobus horen. Laat hem maar ergens verrotten.’

Algemeen Dagblad 01-02-2014