Meer hulp nabestaanden moord

Nabestaanden van slachtoffers van moord of doodslag krijgen in de regio Haaglanden sinds kort een speciale manager toegewezen, die hen gedurende de gehele afwikkeling van de zaak begeleidt.

Politie Haaglanden doet op deze manier mee aan een proef met de zogenoemde casemanager vanuit Slachtofferhulp. De roep om een speciaal persoon ter ondersteuning van de familie komt van lotgenotengroepen zoals Aandacht Doet Spreken en de regionale Slachtofferhulpgroep voor nabestaanden van een geweldsdelict.

Chaos

Aan de bakermat van beide groepen staan Martin Roos en zijn vrouw Irene. Voor hen stortte op 14 mei 2000 de wereld in toen ze hoorden dat hun zoon Alan samen met kennis Daan de Blok op gruwelijke wijze was vermoord in een parkeergarage in de Haagse wijk Loosduinen.

Sindsdien worden ze geconfronteerd met tal van problemen waar ze op stuiten in het verwerkingsproces. „Je leven wordt echt een chaos. En alles moet je zelf uitzoeken”, benadrukt Martin Roos.

Als voorbeeld geeft hij dat hij er zelf per toeval pas een half uur van tevoren achter kwam dat de Hoge Raad uitspraak zou doen in de zaak van de hoofdverdachte Kobus R.

Martin Roos denkt dat een casemanager een absoluut goede zaak is voor nabestaanden. „Die komt dan meteen mee met de recherche en neemt dit soort zorgen over. Daar maken wij ons al jaren hard voor.”
Slachtofferhulp Nederland zegt zich dit soort noodkreten van nabestaanden zeer aan te trekken en daarom te zijn begonnen met deze proef. Naast Haaglanden doen nog twee andere politieregio’s mee.

Vrij

De familie Roos is vooral nog steeds vol onbegrip over het vonnis van de daders. Zo kreeg de vader twintig jaar en zoon Tommix twaalf jaar.

„In de praktijk betekent dit dat ze veel eerder op straat staan. Voor moord moet je levenslang krijgen. Daar blijven we op hameren. Wij zijn verhuisd van Den Haag naar een buurgemeente omdat we ze niet straks op straat willen tegenkomen. We zouden daarom ook graag willen dat nabestaanden horen wanneer iemand vrij komt.”
Martin en Irene Roos hebben veel steun door Aandacht doet Spreken, dat ze in 2003 hebben opgericht. Naast het op de agenda laten zetten van zaken als de casemanager zijn de contacten met inmiddels meer dan 300 lotgenoten voor hen zeer belangrijk. „Door zoiets ingrijpends raak je veel van je eigen vrienden toch kwijt”, vertelt Irene Roos.

Behoefte

„Ik belde al vrij direct na de dood van Alan met Slachtofferhulp”, vertelt Irene. „Maar die zeiden meteen dat het niet echt iets voor ons zou zijn om tussen de gedupeerden van een tasjesroof te gaan zitten.” Daarom is via de politie Haaglanden ook een regionale lotgenotengroep opgericht, die eens per zes weken bijeenkomt. Hiermee loopt de Haagse regio ook voor in het land. Volgens een woordvoerder van de politie blijkt hier grote behoefte aan te zijn.

Artikel uit Telegraaf 14 oktober 2007 door Lieke Jongbloed